Publicaties

Filters

533 resultaten gevonden

Online magazine Innovatiemonitor Regio Foodvalley editie 5

In de vijfde editie van het online magazine ‘Innovatiemonitor Regio Foodvalley’ worden zes innovatieve ondernemers uit de regio in de spotlights gezet. In dit magazine staan onder andere artikelen over hoe Unica uitlegt dat door meer data innovatieve oplossingen ontstaan, hoe PV-projecten agrarische ondernemers en MKB’ers ondersteunt bij de reductie van hun energieverbruik, bij eigen duurzame opwek én opslag van energie. En hoe startup Revyve ontdekte dat biergist ingezet kan worden als alternatief voor kippenei eiwit en bepaalde E-nummers. In deze editie wordt ook teruggeblikt op de meetup ‘Toekomstbestendig ondernemen in Regio Foodvalley'. Lees alle innovatieve verhalen van de Innovatiemonitor in het online magazine.

Dienstbaar Organiseren | 07-06-2024

Kwantitatieve Innovatiemonitor Regio Foodvalley

Regio Foodvalley is een dynamische en bruisende regio waar innovatieve ondernemingen, baanbrekend onderzoek en hoogstaand onderwijs samenkomen. Talloze ideeën vinden hier vruchtbare bodem, gedreven door een bedrijfsleven met een sterk innovatief karakter. Om in te kunnen spelen op grote transities zoals digitalisering, robotisering en energie, is innovatie van ongekend belang. De innovatiekracht van het regionale bedrijfsleven vormt de motor in de ontwikkeling naar een toekomstbestendige economie. Om de voortgang van innovatie en clustervorming in de regio inzichtelijk te maken, is het van belang de relevante ontwikkelingen te monitoren en te duiden. Het doel van de Kwantitatieve Innovatiemonitor is om: inzicht te geven in de ontwikkeling van de regionale economie; de innovatiekracht van bedrijven in Regio Foodvalley in kaart te brengen; bij te dragen aan de uitstraling naar buiten, door te laten zien in welke sectoren Regio Foodvalley gespecialiseerd is.

Dienstbaar Organiseren | 04-06-2024

Mijn worsteling als onderzoeker met ervaringskennis

Brengt het mijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid als onderzoeker niet in gevaar, vroeg Anneke Bulten zich af toen ze ging werken als onderzoeker met ervaringskennis. Hoe brengt zij haar ervaringen op een passende manier in en wat vraagt dat van haar?

Duurzame zorg | 04-06-2024

Het andere verhaal; narratieve wegen in contextuele hulpverlening

Wordt het geen tijd dat je ruimte geeft aan het andere verhaal?” vroeg ze me, terwijl ze met een kopje thee weer de kamer in kwam, ergens in een vooroorlogse Amsterdamse wijk, drie hoog in een kamer vol met boeken. We hadden een supervisiegesprek en ik weet niet meer of de vraag precies zo gesteld was, maar zo is ze met me meegereisd. De vraag opende een perspectief naar het ándere verhaal, dat ondergesneeuwd lag onder neerslachtige gevoelens. De vraag bracht me weer in verbinding met constructieve acties en vertrouwensbronnen in mijn werk en context. Er sprak vertrouwen uit en hoop dat ik die andere weg kon gaan en het nodigde me uit om met andere ogen te kijken naar mijn ervaringen.

Informele Netwerken en Laatmoderniteit | 01-06-2024

Via de Relationele Route onderweg

Het begeleiden van de samenwerking tussen ouders en pleeg- en gezinshuisouders is voor pleegzorgwerkers geen weg van A naar B, maar vraagt altijd om maatwerk. In de implementatie van de Relationele Route binnen de pleegzorgpraktijk identificeerden we een aantal spanningsvelden in deze samenwerking. Spanningsvelden wijzen op de gegevenheid van verschillende perspectieven waar de pleegzorgwerker haar of zijn weg in moet vinden. Dit artikel kan gelezen worden als een vervolg op de vorige publicatie over de Relationele Route: https://bijons.denvp.nl/bij-ons-september-2022/relationele-route?

Pleeg- en Gezinshuiszorg | 01-06-2024

Verpleegkundigen en het leefstijlgesprek: beïnvloedende factoren en methoden

Er is steeds meer aandacht voor leefstijl in de zorg en er is een toename van beschikbare effectieve methodieken voor gedragsverandering. Desondanks is de implementatie van leefstijlinterventies complex en ingewikkeld, waardoor leefstijl nog geen integraal onderdeel van de reguliere zorg is. Verpleegkundigen hebben een belangrijke rol bij het bevorderen van een gezonde leefstijl. Verpleegkundigen ervaren echter barrières om leefstijl te integreren in de dagelijkse zorg. Tijd, onvoldoende kennis en middelen en weerstand bij de patiënt spelen hierin een centrale rol. Dit artikel laat een aantal eenvoudig toe te passen methodieken voor gedragsverandering zien, waarmee verpleegkundigen en mogelijk ook andere zorgprofessionals aan de slag kunnen gaan. Van belang is om aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de patiënt, zoals vanuit de benadering van Positieve Gezondheid, om de eigen regie en intrinsieke motivatie te vergroten. Op deze manier hopen we een bijdrage te leveren aan het versterken van de implementatie van leefstijl in de zorg, aansluitend bij de Coalitie Leefstijl in de Zorg.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 01-06-2024

Bijbel en Professie (Podcast)

In professionele contexten, zeker in christelijke organisaties en scholen (ook in de CHE), zijn diverse momenten aan te wijzen waarop je de bijbel kunt tegenkomen. Hoewel we de bijbel misschien belangrijk vinden in professionele praktijken, blijkt het nog niet zo gemakkelijk om de bijbel als bron te hanteren. In deze podcastreeks, die onderdeel is van het project Bijbel & Professie, wordt deze thematiek verkend. In elke aflevering worden vragen binnen dit thema besproken met collega's uit de hogeschool. De podcastreeks bestaat uit een viertal afleveringen: - Bijbel & Geloofstalen - Bijbel & Manieren van lezen - Bijbel & Dagopeningen - Bijbel & Beroepspraktijk

Verlangen naar het Heilige | 30-05-2024

Exploring dialogue in virtual simulation in nursing education – An observational study

Objectives: Simulation is an important learning activity in nursing education. There is little knowledge about dialogue and communication between students and facilitators in a virtual simulation setting. The current study, conducted in Norway, explores the dialogic teaching approaches applied by facilitators in a virtual classroom and adapt an analytic tool from a physical classroom in lower education to a virtual classroom in higher education. Methods: Sixteen virtual simulation sessions of groups with nursing students were video-taped. The videos were coded with a coding scheme developed for physical classrooms and adapted to the virtual setting. The dialogic approaches from the facilitator were analysed using descriptive analysis. Results: The most frequently used approaches from the facilitator were categorized as listening (“Modelling prompts and body language to encourage continuation”) and asking (“Big questions”). The most frequent pattern seen in the use of dialogic approaches fall under the category listening. Conclusions: The coding scheme is suitable to analyse facilitators’ dialogic approaches in a virtual setting in nursing education. Further research should examine how the facilitator can strategically deploy dialogic approaches in other types of simulations with students. Innovation: The coding scheme was developed from lower to higher education, and from a physical to a virtual setting.

Dienstbaar Organiseren | 24-05-2024