Filters
27 resultaten gevonden
Samen sterk
Een belangrijke opgave in het sociaal domein is de sociale basis te versterken en een inclusieve samenleving vorm te geven. Gemeenten hebben daar een belangrijke rol in. Maar de sociale samenhang en inclusie is in de eerste plaats iets van inwoners zelf. Het gaat om de gemeenschappen waarin zij hun leven vormgeven, hun onderlinge contacten, onderlinge hulp en vrijwilligerswerk. Inclusie draait om de vraag of alle inwoners daar ook daadwerkelijk onderdeel van uitmaken en naar wens mee kunnen en mogen doen. Daar waar dat nodig is, spelen gemeenten en organisaties een rol om de sociale samenhang en inclusie te bevorderen. De Gemeente Barneveld heeft in april 2023 een Beleidskader Inclusie vastgesteld. Voor de verdere invulling en uitvoering van het beleid heeft de gemeente inzicht nodig in de huidige staat van sociale inclusie in de gemeente. Daarbinnen wil de Gemeente Barneveld inzicht krijgen in zowel de sociale kracht van de gemeente Barneveld als in de risico’s voor sociale uitsluiting. Een gemeentebreed onderzoek moet inzicht geven in de huidige staat van de kracht en de kwetsbaarheid van de Barneveldse samenleving, input geven voor concrete uitwerking van sociale inclusie in het inclusiebeleid én als nulmeting dienen.
Informele Netwerken en Laatmoderniteit | 02-01-2025Van individuele grip naar relationeel houvast
Reflecties op het WRR-rapport Grip. De auteurs, verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede, ervaren het pleidooi van de WRR als ‘oude wijn in nieuwe zakken’. Grip past naadloos in een decennialange trend van focus op het ideaal van de sterke, zelfredzame burger als autonoom individu. De WRR erkent weliswaar dat dit niet vanzelf gaat, dat persoonlijke controle ook gepaard moet gaan met randvoorwaarden, indirecte en collectieve controle, met een ondersteunende overheid, maar de laatmoderne levensopvatting blijft onbetwist overeind. Ondanks het nieuwe vocabulaire ademt het rapport nog steeds het (neo)liberale mensbeeld van het individu dat zijn levensproject wil vormgeven en daarbij door de staat gefaciliteerd moet worden. De auteurs pleiten voor een andere benadering van bestaanszekerheid. In de kern gaat het hen om een herwaardering van wat socioloog Hartmut Rosa (2022) ontvankelijkheid voor ‘onbeschikbaarheid’ noemt. Dat begint bij een ander mensbeeld, vraagt om een andere benadering van zekerheid en behoeft culturele oefenplaatsen.
Informele Netwerken en Laatmoderniteit |De rol van partnerrelatiebegeleiding en de waarde van emotionally focused therapy in het sociaal werk
Achtergrond: Huidig onderzoek richt zich op de rol van partnerrelatiebegeleiding in het sociaal werk en de waarde van Emotionally Focused Therapy (EFT), in het bijzonder de groepscursus Houd me vast. Drie thema’s stonden centraal: durven (handelingsverlegenheid), mogen (legitimatie) en kunnen (methodiek). Methode: Data zijn verkregen via semigestructureerde interviews met sociaal werkers die wel en niet waren geschoold in de EFT-methodiek. Resultaten: Sociaal werkers die niet geschoold waren in partnerrelatiebegeleiding, in dit onderzoek in het bijzonder de EFT-methodiek, voelen zich soms handelingsverlegen in partnerrelatiebegeleiding. Dit lijkt samen te hangen met een ervaren gebrek aan competentie en de mate waarin zij zich gemandateerd weten door de organisatie. Of sociaal werkers (wel en niet geschoold in EFT) grond zien om cliënten met een partnervraagstuk te begeleiden hangt volgens hen af van de hulpvraag, omvang van de problematiek en geschatte hulpduur, kosten, en mate waarin men zich competent acht. De wijze waarop partnerrelaties worden begeleid lijkt te worden beïnvloed door de scholing. De in EFT geschoolde respondenten in dit onderzoek geven aan dat partnerrelatiebegeleiding op basis van EFT veelal positieve resultaten oplevert voor de client, professional en organisatie. Discussie en conclusie: Partnerrelatiebegeleiding in de context van het sociaal werk is geen vanzelfsprekendheid. Het is geen onderdeel van de basisopleiding van sociaal werkers en het mandaat vanuit organisaties om dit te bieden is lang niet altijd duidelijk. Sociaal werkers geschoold in partnerrelatiebegeleiding, in dit onderzoek de EFT, en met een mandaat van de organisatie geven aan dat partnerrelatiebegeleiding een interventie is met preventieve werking. Scholing op dit terrein en een duidelijk mandaat zijn dan ook gewenst.
Informele Netwerken en Laatmoderniteit | 12-04-2024Bachelor of Nursing 2030: Opleidingsprofiel
Het landelijke opleidingsprofiel Bachelor of Nursing 2030 (BN2030) geeft in hoofdlijnen weer wat een afgestudeerde bachelor verpleegkundige (hbo-v’er) moet kennen en kunnen. BN2030 biedt een overzicht van de landelijk vastgestelde competenties van de bacheloropleiding Verpleegkunde. Het opleidingsprofiel is daarmee de basis voor de opleiding tot bachelor verpleegkundige: de verpleegkundige opgeleid op niveau 6 van het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF 6). Het opleidingsprofiel BN2030 is opgeleverd in oktober 2023. In dit TvZ-dossier over BN2030 belicht de schrijfgroep BN2030 belangrijke wijzigingen in het opleidingsprofiel. Ze beschrijven eerst de verandering in de benaming van de CanMEDS-rollen. Daarna worden de drie belangrijkste aanpassingen in het opleidingsprofiel toegelicht aan de hand van drie thema’s: leiderschap, probleemoplossend vermogen en preventie. Hierna wordt kort beschreven welke gevolgen dit heeft voor de CanMEDS-rollen met de bijbehorende competenties.
Informele Netwerken en Laatmoderniteit |Het andere verhaal; narratieve wegen in contextuele hulpverlening
Wordt het geen tijd dat je ruimte geeft aan het andere verhaal?” vroeg ze me, terwijl ze met een kopje thee weer de kamer in kwam, ergens in een vooroorlogse Amsterdamse wijk, drie hoog in een kamer vol met boeken. We hadden een supervisiegesprek en ik weet niet meer of de vraag precies zo gesteld was, maar zo is ze met me meegereisd. De vraag opende een perspectief naar het ándere verhaal, dat ondergesneeuwd lag onder neerslachtige gevoelens. De vraag bracht me weer in verbinding met constructieve acties en vertrouwensbronnen in mijn werk en context. Er sprak vertrouwen uit en hoop dat ik die andere weg kon gaan en het nodigde me uit om met andere ogen te kijken naar mijn ervaringen.
Informele Netwerken en Laatmoderniteit | 06-01-2024‘Het is toch wel heel fijn dat je met iemand kan praten’
Uit eerder onderzoek bleek dat professionele begeleiding van en een vangnet voor buddy’s wenselijk is. Buddy’s hebben behoefte aan begeleiding rond communicatie en willen iemand kunnen raadplegen bij dilemma’s en vragen. In dit vervolgonderzoek is buddy’s een korte training van twee bijeenkomsten aangeboden door professionals. Voor deze training werden ervaringsdeskundige ouders geworven, geselecteerd en getraind. Vervolgens is onderzocht wat de meerwaarde van deze buddy’s is op het al bestaande aanbod, gericht op de ontwikkeling van het kind. In dit onderzoeksverslag worden de lessen gepresenteerd die wij hierbij geleerd hebben.
Informele Netwerken en Laatmoderniteit | 02-01-2024Evaluating Effect Moderators in Cognitive Versus Behavioral Based CBT-Modules and Sequences Towards Preventing Adolescent Depression
Objective: The aim of this study was to investigate age group, gender, and baseline depressive symptom severity as possible effect moderators in (1) cognitive versus behavioral based CBT-modules and (2) sequences of modules that started either with cognitive or behavioral modules in indicated depression prevention in adolescents. Method: We conducted a pragmatic cluster-randomized trial under four parallel conditions. Each condition consisted of four CBT-modules of three sessions (cognitive restructuring, problem solving, behavioral activation, relaxation), but the sequencing of modules differed. The CBT-modules and sequences were clustered into more cognitive versus more behavioral based approaches. The sample involved 282 Dutch adolescents with elevated depressive symptoms (Mage = 13.8; 55.7% girls, 92.9% Dutch). Assessments were conducted at baseline, after three sessions, at post-intervention and 6-month follow-up with self-reported depressive symptoms as the primary outcome. Results: We found no evidence for substantial moderation effects. Age group, gender, and depressive symptom severity level at baseline did not moderate the effects of cognitive versus behavioral modules after three sessions. No evidence was also found that these characteristics moderated the effectiveness of sequences of modules that started either with cognitive or behavioral modules at post-intervention and 6-month follow-up. Conclusion: Cognitive and behavioral based modules and sequences in the prevention of depression in adolescents might apply to a relatively wide range of adolescents in terms of age group, gender, and severity levels of depressive symptoms.
Informele Netwerken en Laatmoderniteit |Ga depressie bij jongere structureel tegen
Depressieve klachten komen veel voor onder jongeren maar worden vaak niet herkend. Jongeren krijgen daardoor geen of pas laat hulp. Een structurele preventieve aanpak is nodig.
Informele Netwerken en Laatmoderniteit |