Veel leerlingen zitten dus nog midden in een ontwikkelingsproces wanneer ze voor een studie moeten kiezen. Dat verklaart waarom keuzes vaak lastig zijn en waarom begeleiding nodig is. Mentoren, ouders en decanen spelen een cruciale rol door jongeren de juiste prikkels en ervaringen te bieden.
Belangrijk is dat de keuzevrijheid niet betekent dat alles moet worden opgelost. Het gaat erom dat jongeren leren omgaan met beperkingen, teleurstellingen en verwachtingen van anderen. Het maken van een studiekeuze wordt daarmee een oefening in volwassenwording: leren je eigen pad te vinden, terwijl je verbonden blijft met je omgeving.
Een genuanceerde kijk op het ontwikkelingsproces helpt om realistische verwachtingen te scheppen. Begeleiders hoeven niet de “perfecte oplossing” te bieden, maar kunnen jongeren juist helpen in hun groei naar zelfstandigheid en zelfbewustzijn.